Stop de emotionele schuldenlast!


Naar aanleiding van mijn vorige blog, kwam ik via twitter in contact met Marcel Canoy, professor in Health Economics aan de Universiteit van Tilburg. Ik vroeg hem hoe hij over mijn idee voor een andere financiering van langdurige zorg dacht. Hij vroeg me wat ik concreet onder opwaardering van zorg en (thuis)basisactiviteiten verstond. Het zette me aan het denken en ik kwam tot het volgende....
Reacties zijn welkom!

Opwaardering van zorg voor eigen omgeving om vrij te zijn van emotionele schuld

In de laatste decennia zijn we denkwerk gaan waarderen boven handwerk. De denkers verdienen meer dan de doeners. Veel mensen hebben nu inkomsten uit hun denkwerk, waarmee ze de activiteiten die ze daarnaast doen, betalen.
In hun vrije tijd doen veel mensen zeer nuttige dingen. We noemen dat huishouden, tuinieren, kinderen opvoeden, vriendenhulp, vrijwilligerswerk of mantelzorg. Voor al deze activiteiten kun je ook derden inhuren, dan kost het geld. Als je het zelf doet is het ‘gratis’. Maar dat ‘gratis’ doen, komt voort uit de relatie die je met iemand hebt, of de betrokkenheid die je tot een bepaald onderwerp voelt. Daar wil je je wel voor inzetten… er is een ‘hartverbinding’ met de activiteit.
Zodra we dezelfde activiteit als ‘werk’ doen, worden we professional of beroepskracht en zetten we een ‘professionele’ pet op. Meestal houdt dat in dat je een bepaalde distantie neemt. Je schakelt het hart uit.

Liefdewerk en emotionele schuld
Die hartverbinding/relatie maakt het verschil. Het beroepsmatige werk wordt betaald in geld. Het liefdewerk wordt betaald met dankbaarheid, waardering, een goed gevoel. Als het dat niet geeft, stop je ermee, of…. er ontstaat een emotionele schuld. Als je veel geeft en de ander geeft niet de waardering die je (impliciet) verwacht, dan gaat dat ten koste van de relatie. Je bouwt een schuld op…. en dat voel je. In onze cultuur is dat een bindmiddel. Ik noem dat een négatief bindmiddel want het belemmert de persoonlijke vrijheid.
Dit kun je oplossen door wél voor dergelijke liefdewerk te betalen. Of in wederdiensten of goederen (ruilhandel) of in geld.

Op dit moment zie je een opkomst van ruildiensten. Blijkbaar spreekt dat aan en voorziet het in een behoefte om wel hartewerken te doen, maar niet gratis.
Waar ruildiensten niet kunnen omdat mensen geen wederdienst kunnen leveren, houdt deze vorm van creatie van gelijkwaardigheid op. Er zal dan toch met geld moeten worden betaald.
En dan komt de vraag wat is het waard?
Waarom dan niet hetzelfde als wanneer je er een professional voor betaalt?

Wie betaalt die schuld?
Als wij als maatschappij vinden dat het belangrijk is dat er kinderen geboren worden en door hun ouders worden opgevoed, is dat wat waard.
Als wij als maatschappij vinden dat mensen als ze niet of onvoldoende voor zichzelf kunnen zorgen, geholpen moeten worden, is dat wat waard.
Als wij als maatschappij vinden dat mensen in een huis moeten wonen en dit onderhouden, is dat wat waard.
Als mensen bijdragen aan deze punten zouden ze daarvoor door de maatschappij beloond moeten worden. Ook als ze het niet beroepsmatig doen.

Nu is het scheef. Als iemand deze activiteiten niet beroepsmatig verricht is het een investering in het opbouwen van een emotionele credit. Maar of dat ooit wordt ‘terugbetaald’ is onduidelijk. Er ontstaat een relatie op basis van ‘vereffening van emotionele schulden’. Dat past niet meer in een wereld waarin mensen 'vrij’ willen zijn van dat soort schulden. Vrij willen zijn om de hulp, steun of dienst te zoeken zoals zij dat willen, naar eigen keuze. Dit kan alleen als we liefdewerk gaan waarderen in geld, goederen of wederdienst, zodat uitruil mogelijk is.

We kunnen dit als maatschappij betalen als we dat willen. Misschien betekent het dat mensen die dingen doen die we nu nog ‘beroepsmatig’ noemen, een hogere belasting gaan betalen. Ze kunnen dan ‘bijverdienen’ als ze kinderen opvoeden, als ze voor een zieke zorgen etc. Vrouwen of mannen die ervoor kiezen thuis te zijn zolang er jonge kinderen zijn, hebben op deze manier toch een ‘inkomen’, betaald door de maatschappij.

Oplossing voor Martin van Rijn en Jet Bussemaker
Dit maatschappelijk inkomen komt, door de hogere belasting die je gaat rekenen voor ‘beroepsmatig’ werk, dichter bij de hoogte van het beroepsmatig verkregen inkomen te liggen. De keuze tussen ‘blijven werken’ of ‘gaan zorgen’ wordt op deze manier financieel minder ingrijpend. Beide worden meer gelijkwaardig.
Op deze manier is economische zelfstandigheid van zowel mannen als vrouwen beter geregeld, kun je alimentatieregelingen vergemakkelijken. Is beroepsmatig werk meer gelijkwaardig aan hartewerk. Worden mensen heler en de maatschappij gezonder en gelijkwaardiger, met respect voor ieders kwaliteiten.

En het probleem van Martin van Rijn met financiering van de langdurige zorg en van Jet Bussemaker voor de economische afhankelijkheid van vrouwen is hiermee opgelost!





Reacties

  1. Interessante invalshoek in verrassend betoog. Ga er op broeden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo denk ik ook.

    Zorg investeren zonder dat er wat terug komt resulteert ook in uitputting, je gebruikt voelen.
    Die uitputting resulteert in ziekte en zorgbehoefte.
    Je zou toch bijna zeggen dat de overheid de toename aan zorg zelf creëert in de toekomst.

    Want wat gebeurt er met de mantelzorger?
    Die krijgt niet alleen te maken met de zorgontvanger die de zorg van de mantelzorger steeds meer als vanzelfsprekend ervaart, de maatschappij/overheid aan de andere kant wentelt de voorheen betaalde zorg uit kostenbesparing steeds meer af op de mantelzorger. Alleen waar geen mantelzorger of zorgvrijwilliger is om mee te bezuinigen mag betaalde zorg worden ingezet.
    Zo voelt de mantelzorger zich gebruikt en ondergewaardeerd. Voor de zoveelste maal.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten