Op vakantie in coronatijden. Mondkapjes!
Vorig jaar in september hadden we onze logeeradresjes voor onze vakantie in Italië van deze zomer al besproken. Agriturismo's en andere prachtige huizen op het platteland. Allemaal met keukenblok zodat we geheel zelfvoorzienend kunnen zijn. Dat kwam nu in coronatijd heel goed van pas.
Toch op reis
Begin juni dacht ik nog wat we gewoon thuis zouden blijven, maar langzamerhand gingen de grenzen open en werd het reëel dat we toch zouden gaan. Het leven leek weer wat normaler te worden, het straatbeeld werd vrijer. We kregen er zin in om weg te gaan. Toen per 1 juli ook Oostenrijk bereisbaar werd, konden we volgens plan op 1 juli vertrekken. Met mondkapjes voor als het nodig was.
De eerste overnachting in een hotel in Zuid-Duitsland zonder receptie, merkten we niets van enige corona maatregel. Prima.
De twee overnachtingen daarna op een boerderij in Oostenrijk waren gezellig. We waren de eerste gasten en het was wat onwennig voor de gastheer en -vrouw om afstand te houden. Maar gelukkig geen mondkapjes en handengel.
Mondkapje in de winkel
Ook het adres daarna, ten noorden van het Gardameer, werden we zonder gedoe hartelijk ontvangen. Voor hen was corona ook iets van ver weg in tehuizen voor ouderen gebleven. Ze waren zelf ook in de 80, maar beschouwden zich niet tot de groep 'kwetsbaren'. "En als we het krijgen, dan moet het gewoon zo zijn" was wat ze er over zeiden. Hier ging ik voor het eerst naar de supermarkt, wat mijn eerste confrontatie met het verplicht dragen van mondkapje en het reinigen van de handen was. Ik was blij dat ik buiten meteen dat mondkapje weer af kon doen. Ik krijg het er een beetje benauwd van.
We reden een rondje om het meer. Opvallend weinig buitenlandse toeristen, het was heerlijk rustig. En wat opviel was dat er aan de westkant van het meer op straat veel meer mondkapjes werden gedragen dan aan de oostkant.
Met politiecontrole
Bij ons volgende adres in het noorden van Toscane, leek corona niet te bestaan. Heerlijk. We waren de enige gasten en de kok vond het fijn om me te verrassen met heerlijke maaltijden. We genoten van de plek, het zwembad en het nietsdoen. Op de laatste dag gingen we toch nog even wat boodschappen doen in Bagni di Lucca. Een prachtige plaats waar we getroffen werden door de grote hoeveelheid mondkapjes in het straatbeeld. Voor de winkel stond een politieagent de mensen te controleren op gebruik van mondkapje en juist gebruik van winkelwagentje in het eenrichtingverkeer bij de ingang. Binnen stond ook een politieagent toe te zien op gebruik van handgel. Het gaf me een heel naar gevoel. Alsof ik in een politiestaat was aangeland. De sfeer in de winkel was ook niet gezellig en ik was blij toen we Bagni di Lucca uitreden.
Over rustige wegen vervolgden we onze weg door het Toscaanse platteland. We genieten erg van het landschap met de kleine dorpjes verspreid in het landschap tegen de heuvels aangeplakt. Waar ik af en toe van schrok waren oudere mensen die in de buitenlucht in zo'n stil dorpje schuil gingen achter een mondkapje. Het ene dorp zag je er veel, in het andere dorp weer helemaal niets. De sfeer wordt met die mondkapjes meteen een stuk 'dreigender' en onplezierig. Je ziet mensen ook niet meer glimlachen.
Beter contact zonder
Aangekomen op het volgende adres in het zuiden van Toscane gaf de beheerder me zelfs een hand. Ik schrok er even van, maar vond het ook wel een blijk van vertrouwen. Het contact was meteen weer een stuk persoonlijker. Ik probeerde me in mijn beste Italiaans verstaanbaar te maken. Ook in de winkel. Toen ik het meisje achter de kassa niet begreep, schoof ze haar mondkapje naar beneden en ik deed automatisch hetzelfde. Toen begrepen we elkaar wel. Dat overkwam me later nog een keer. Daardoor werd me des te meer duidelijk hoe belangrijk het is om het hele gezicht te zien om elkaar goed te begrijpen.
Bij het volgende adres stond de gastheer klaar om ons de sleutel van het appartement te overhandigen. Hij trok net handschoentjes aan en deed zijn mondbescherming voor. Ik liep hem tegemoet met mijn mondkapje in de hand en vroeg hem of hij het prettiger vond als ik ook een mondkapje voordeed. Oh nee, en meteen deed hij zijn handschoenen uit en zijn mondkapje af. We keken elkaar lachend aan en hij liet ons binnen. We hebben weer 3 dagen heerlijk genoten van de prachtige plek. Corona was ver weg.
Dit was de fysieke werkelijkheid.
Invloed van social media en tv
Maar er was nog een andere werkelijkheid. Overal is wifi en overal kun je social media en online tv bekijken. We keken elke avond even naar het NPO journaal. De eerste weken weinig coronanieuws. De corona spoedwet werd over de zomer heen getild en dat stelde me gerust. In eerste instantie volgde ik ook de protesten tegen de spoedwet. Ik vond de maatregelen buitenproportioneel en dat maakte me angstig. Ik zag die politiestaat al komen. En vooral... de onrust in de bevolking. De jongeren tegenover de ouderen. De mensen die zich keurig aan de regels houden tegenover de rekkelijken. Elkaar corrigerend en verklikkend. Op een goed moment heb ik dat losgelaten en heb de informatie langs me laten gaan.
Totdat enkele dagen voor we naar huis gingen opeens in het journaal de berichten kwamen over de verontrustende aantallen besmettingen en de roep om verdere maatregelen. Ik voelde langzaam een boosheid in me opkomen.
Boos
Toen we woensdagavond thuiskwamen en het journaal bijna totaal over de coronabesmettingen en de roep om meer maatregelen ging, wilde ik me begraven onder een steen. Ik werd boos en verdrietig tegelijk. Kon niets verdragen en Wim moest het ontgelden. Dit was leuk thuiskomen! De volgende dag was ik het nog niet kwijt.
Gelukkig was het onkruid in de tuin lekker gegroeid en al onkruidwiedend kwam ik tot inzicht waar mijn boosheid en verdriet vandaan komen. Ik ben bang voor bange mensen. Bange mensen doen gekke dingen. Mijn boosheid is gericht op de bangmakerij. Want zo zie ik al die berichten over toename van besmettingen, over jonge mensen die geen afstand houden en daarmee een gevaar zijn voor hun ouders en opa's en oma's. De berichten die mensen tegen elkaar opzetten. Ze maken me zo boos. Ik zie het als machtsmisbruik. Verdeel en heers. Als 's avonds een vriendin komt eten ben ik nog steeds boos. We hebben het er over en zij vertelt hoe zij er tegenaan kijkt. "Ik ziet het als iets tijdelijks, dat virus gaat wel weer weg. Het brengt ook veel goede dingen. Mensen vliegen minder, in de zorg blijkt opeens veel meer te kunnen worden samengewerkt, ontwikkelingen in het onderwijs gaan veel sneller. Veel mensen zijn zich bewuster geworden van de waarde van hun leefomgeving."
En opeens verdwijnt mijn boosheid als sneeuw voor de zon. Ik kan weer de positieve dingen zien.
Diep van binnen verlang ik weer naar de rust en stilte. Die rust en stilte van de eerste weken van de lockdown, de rust en stilte van het Italiaanse platteland zonder tv, zonder social media. Ik ben niet bang voor het virus, ik ben bang voor machtsmisbruik.
De volgende dag ga ik naar de supermarkt in ons dorp. Al die winkelende mensen gewoon zonder mondkapje; Wat een verademing.
Reacties
Een reactie posten