Dat wat gehoord wil worden

Eindelijk doen ze de mond open. De onderwijzers, de zorgmedewerkers, de boeren, de 'onderdrukten'. Niet dat wat er uit komt nu zo handig is, of zo graag gehoord wordt, nee door de lange tijd waarin het opgekropt heeft gezeten komt het er nogal ongenuanceerd uit. Boos, verontwaardigd, gedreven door emotie. De gevestigde orde weet zich er geen raad mee en grijpt wanhopig naar .... ja waarnaar eigenlijk. Heilige huisjes van weleer bestaan niet meer, we hebben alleen elkaar nog.

Verstikkende loyaliteit


Ik herken het goed. Het zwijgen en loyaal zijn. Ik werd er niet gelukkig van en hielp mij door mijn winterdip met bezoekjes aan de zonnebank. Totdat ik het echt niet meer hield. Twee jaar eerder had mijn leidinggevende van toen al eens tegen me gezegd dat ik eens moest leren om mijn gevoel te verwoorden, en nu was het zover. Ik ging op zoek naar de stem van mijn hart. Elke maandagavond in een groepje zitten en naar binnen kijken. Daarbinnen ging er een wereld voor me open. Langzaamaan kwamen ook de woorden. Ik ging praten over wat me bezighield en mensen vertelden mij opeens ook van alles. Ook buiten ging een nieuwe wereld voor me open. Ik was toen een jaar of 38.
Het uitspreken van wat ik voelde werkte bevrijdend. Langzamerhand was ik niet meer verdrietig, teleurgesteld en initiatiefloos. Ik kon voor het eerst echt boos worden, wat een energie geeft dat!
Ik worstelde me los van overtuigingen en leefpatronen en vond nieuwe mensen op mijn pad. Ik ging LEVEN. Ik bleek best creatief en ideeënrijk en werd een leuker mens.

Al botsend een eigen weg vindend


Dit jaar ben ik 60 geworden. Nog steeds kan ik mezelf verliezen in loyaliteit. Maar het duurt vaak maar kort voordat ik wakker wordt geschud en mezelf weer op mijn eigen weg zet. Het stoten van mijn neus hoort bij het vinden van mijn weg. Daarom ben ik wellicht zo allergisch voor de goede bedoelingen van mensen die willen voorkomen dat ik mijn neus stoot. De veiligste of rustigste weg, is niet altijd mijn weg. Daarom vind ik het ook heel moeilijk om tegen iemand te zeggen als je nu maar zus of zo doet komt het wel goed. Ik weet namelijk niet wat goed voor de ander is. Ik ga in gesprek om zo ieder  onze weg te (her)vinden. Soms gaat daar een behoorlijke botsing aan vooraf.

Dit jaar had ik enkele van die botsingen. Botsingen tussen mijn gevoel loyaal te moeten zijn aan de groep waar ik me mee verbonden heb en mijn eigen wegwijzer. Ik noem het wel eens de regisseur van mijn eigen theater. De botsing kondigt zich vaak aan met een gevoel van onrust in mijn buik, soms als ademloosheid. Soms kan ik het uiten, soms kropt het zich nog even op. Maar het moet eruit. Dat vind ik niet gemakkelijk, bang de groep over me heen te krijgen. Die angst blijkt telkens ongegrond. Vaak blijk ik niet de enige met dat gevoel van 'hier klopt iets niet', ik weet er wel vaak als een van de eersten woord aan te geven. En soms is de tijd voor de groep nog niet rijp om er meteen iets mee te doen. Dan ben je 'een roepende in de woestijn',  'Don Quichot' of naïef. Maar vaak brengt het toch iets in beweging. Dan maakt het uitspreken ruimte voor verandering.

Steeds veranderende omstandigheden


In de natuur is alles continue aan verandering onderhevig. Af en toe zie ik zo'n serie op TV van mensen die in Alaska leven. In de zomer en herfst voedsel en brandstof verzamelen voor in de winter. Mensen die in het voorjaar uitkijken naar het eerste moment waarop ze er weer op uit kunnen zonder meteen te bevriezen. Zij passen zich voortdurend aan aan de veranderende omstandigheden door de wisseling van de seizoenen. Wij lijken in onze maatschappij daarentegen vooral vast te willen houden aan hoe het was of zou moeten zijn. Ook al vragen de omstandigheden om verandering.
Steeds meer kan ik luisteren naar dat wringende gevoel van 'hier klopt iets niet'. Er uiting aan geven werkt bevrijdend en opent een nieuwe weg.


Ik wens dat we in 2020 beter kunnen luisteren naar dat wat gehoord wil worden. 

De stem van een diep verlangen in iedereen.









Reacties